Sexverhalen.com » Hetero » De Wereld Van Lola – de echo van haar parfum
Het dinsdagochtendlicht raakte haar krullen terwijl de duiven het voorjaar opgelucht inluidden. Zijn kin rustte op haar kruin terwijl hij zijn blik liet vallen op een aantal van haar opstaande haren die nu haast blond leken in het tegenlicht. De rest van haar gezicht was nog verstopt onder de warme deken. Zijn blik dwaalde gedachteloos af naar een vochtplek in de hoek van de slaapkamer. Een vochtplek waarvan ze al menigmaal hadden besloten hem te bestrijden, al het was vooralsnog een tevergeefs voornemen gebleken. Zoals zoveel voornemens de laatste jaren. Hij stond op en begon aan de ongeschreven wetten van hun dagelijkse ochtendroutine: híj die koffie zette, zij die zich omdraaide en éénmaal luid geeuwde om te hinten dat ze ontwaakt was en ook koffie wilde. Hij die vals fluitend in het bad stapte om te douchen, zíj die zichzelf nog wat minuten gunde om gedachteloos naar dezelfde muur te staren terwijl ze haar gezicht op haar mok liet rusten. Hij die zijn tanden stond te poetsen en halfbakken iets van zijn kapsel probeerde te maken, zij die ernaast zwijgzaam zat te plassen. Hij die nu aanstalte maakte om te vertrekken, zij́ die een kurkdroge boterham met pindakaas voor zichzelf smeerde. Hij die nét de deur achter zich wilde dichttrekken en zìj die net op tijd ‘wacht, Thomas!’ kon roepen om zijn vergeten sigaretten mee te geven. De ingeslepen gewoontes van een geolied huwelijk.
Het was februari en een typische ochtend zoals je ‘m maar ééns per jaar ervaart. De eerste ochtend waarop het voorjaar onaangekondigd ontspringt uit de grond, nét als je bìjna was vergeten hoe het voelde. Alsof de klok een maand te vroeg een uur vooruit was gezet. Thomas keek even op zijn horloge om te controleren of zijn tijdsbesef wel klopte en stak een sigaret op terwijl hij het zebrapad overstak. Drie over acht. Nog zes minuten voordat de tram zou aankomen. Hij stond zich te fatsoeneren in de reflectie van de abri, toen hij vanuit zijn ooghoek de tram om de hoek zag komen. “Weer zo’n dag”, bedacht hij zich, toen hij door de ramen van de tram al zag hoe het gangpad gevuld was met staande reizigers. Hij schoot zijn peuk vakkundig in de rails van de tram en stapte in. Het was het laatste onderdeel van zijn ochtendritueel: als hij de peuk in de rails wist te mikken, vertrouwde hij op een goede dag.
Hij vond het altijd wat ongemakkelijk om zo dicht op elkaar te staan en hij kon ruiken dat de man tegenover hem er in ieder geval een kortere ochtendroutine op nahield. Thomas plaatste zijn aktetas tussen zijn benen en pakte een van de rubbere grepen boven zich vast om zich staande te houden. Hij staarde naar de fietsers die parallel aan de tram zich naar hun werk haastte. Zijn oog viel op een dame die driftig trappend de ene fietser na de andere passeerde. “Maak je niet dik schat, het stoplicht staat toch op rood”, dacht hij.
Hij keek wat rond, en bedacht zich zoals gewoonlijk wat zijn medereizigers zouden doen voor de kost. In welk gebouw zij́ naar binnen zouden treden, welke collega’s zíj straks zouden groeten. ‘Secretaresse….ICT-specialist….. grafisch vormgever……tabaksverkoper….werkloos….ambtenaar’, vinkte hij in zijn hoofd af, toen hij zijn blik liet vallen op een dame die een aantal meter verderop op een van de zitjes zat die doorgaans eigenlijk waren bedoeld voor invaliden, ouderen en ouders met kinderwagens. Zijn blik viel stil.
Ze leek een jaar of 25. Ze droeg een beige, Franse dames baret over haar lange donkerblonde, golvende haren die tot haar schoot reikte. Haar katachtige, blauwe ogen trokken ietwat samen achter haar lange zwarte wimpers terwijl ze vriendelijk knikte naar een oudere dame die tegenover haar plaatsnam. Zijn blik nestelde zich op haar lippen. Haar natuurlijk gevulde lippen, gehuld in rode lippenstift. Een zorgvuldig geplaatste moedervlek net boven haar linker mondhoek als figuurlijk puntje op de ‘i’. Ze zat keurig overeind en liet beide handen rusten op het handtasje op haar schoot. Haar elegante hals werd omhelst door haar zandkleurige trenchcoat, waarvan de riem haar slanke taille accentueerde. Zwarte, suede laarzen tot over haar knieën. Rode nagels, gouden oorbellen. Hij werd verdrongen door een organische massa van mensen terwijl zijn blik was ondergedompeld in dit idyllische stilleven.
Er klonk absolute stilte; zelfs de duiven leken hun stem kwijt. Gelouterde symfonieën, lyrische poëzie: zijn opvattingen over volmaakte kunst werden na veertig jaar ruw verworpen en verbleekte tot gekunstelde probeersels in aanblik van haar. Hij werd pas wakker geschud toen ze aanstalte te maken om uit te stappen en hij zich realiseerde dat hij haar vier haltes onafgebroken in katzwijm had staan observeren. De geur van haar parfum die door het gangpad echode zou hem jaren later nog levendig bijstaan.
In de lift naar de 14e etage had hij zich nog kort afgevraagd of hij het wel écht goed had gezien. Of het niet een kinderlijke lente-fantasie was geweest. De rest van de reizigers leek immers geen seconde oog te hebben gehad voor haar hypnotiserende schoonheid. Onwaarschijnlijk. Onmógelijk..
Hij liep de kantoortuin binnen. Het merendeel van zijn collega’s was al druk in de weer. De technische tekeningen van hydraulische pompen lagen al verspreid over de tekentafels. Hij liep naar zijn bureau en liet zich vallen in zijn bureaustoel naast zijn collega. Hij staarde verwilderd naar zijn zwarte beeldscherm. “Hey, alles goed?”, vroeg Hendrick. Thomas keek hem verward aan. Het viel even stil, terwijl Hendrick hem vragend aan bleef kijken.
“Ik heb zojuist de mooiste dame uit mijn leven gezien, denk ik”, zei Thomas. “Haha, lekker man. Hoe zag ze eruit?”, vroeg Hendrick, die inmiddels zijn bureaustoel een kwartslag had gedraaid en nu lachend in zijn handen wreef in afwachting van een goed verhaal.
“Om door een ringetje te halen…”, antwoordde Thomas, terwijl hij ontnuchterd naar zijn eigen ringvinger staarde.
-wordt vervolgd-